Antwoorden oefening bijvoeglijke naamwoorden
1. de (lief)… jongen - lieve
2. het (mooi)… meisje - mooie
3. de (zwart) …kat
- zwarte
4. de (dik) …kater
- dikke
5 de (wollen)… jas - wollen
6. de (nieuw) …computer - nieuwe
7. het (porselein)… bord – porseleinen
8. de (snel) …auto
- snelle
9. het (papier)… blad - papieren
10. het (goud … horloge - gouden
11. een (goed)… horloge - goed
12. de (overlijden) …. zanger -
overleden
13. het (verlaten) …eiland - verlaten
14. de (sluiten) … deur - gesloten
15. de (primair)… kleuren - primaire (welke kleuren zijn dat?)
16. een (jong) …oudere - jonge
Reacties
Een reactie posten