Antwoorden bij Wat is er fout in de volgende zinnen?

Antwoorden bij: http://nedschrijven.blogspot.nl/2016/04/wat-is-er-fout-in-de-volgende-zinnen.html

1.     De hond laten we altijd uit naar het eten.

-        Naar moet na zijn. Naar geeft een richting aan, na gaat over tijd.

2.     65 jarigen worden massaal lid van de Ouderenbont.

-        Het kan natuurlijk zo zijn dat er 65 mensen zich op hun 65^ste verjaardag aanmelden bij de OuderenbonD, maar waarschijnlijker is dat 65-jarigen zich aanmelden.  Tussen 65 en jarigen komt een verbindingsstreepje om te laten zien dat het om één woord/begrip gaat.

3.     Wil jij die rode wijnglazen even pakken?

-        Heel letterlijk gelezen is er niets fout aan deze zin, misschien zijn de wijnglazen inderdaad rood. Waarschijnlijker is echter dat het gaat om glazen voor rode wijn (van die grote glazen). Rodewijnglazen is dan 1 woord.

4.     Waar ligt dat tijdschrift in wie dat artikel stond?

-        Veel mensen zien gelijk wat er fout is in deze zin, met wie verwijs je immers naar mensen. Toch heb ik deze fout al een paar keer gehoord.  Het moet dus zijn, het tijdschrift waarin dat artikel stond.

5.     Hij beseft zich dat hij grote fouten heeft gemaakt.

-        Beseffen alleen is voldoende. Hij beseft dat hij fouten heeft gemaakt.

6.     De minister beantwoorde tijdens het intervieuw diverse vragen. 

-        beantwoord is de ik-vorm, in de verleden tijd komt daar de achter à beantwoordde moet dus met 2 d’s
-        Interview wordt vaak fout geschreven, je schrijft het woord zonder de u.

7.     Het kado dat zij kreeg, vond zij waardenloos.

-        Kado schrijven we al jaren niet meer op deze wijze, we schrijven nu cadeau.
-        Waardeloos, deze samenstelling is een samenstelling van waarde en loos. Waarde heeft 2 meervoudsvormen: waarden en waardes, daarom komt er geen n in het woord voor.

8.     De rij bij deze kassa is langer als bij die andere kassa.

-        De rij is langer DAN – bij een vergelijking met een overtreffende trap (langer) gebruiken we DAN

9.     Het werdt hem zwart voor de ogen.

-        Het werd hem … - werd is de verledentijdsvorm van worden. Deze hoef je niet meer te vervoegen. Bovendien: de ik-vorm+t geldt alleen voor de tegenwoordige tijd.

10.  De bouw van het nieuwe kantoor is in de eerste face.

-        face moet fase zijn.

 11.  Als je meer wilt weten moet je erna vragen.

-        je moet ernaar vragen, erna is fout. Erna is een meisjesnaam.

12.  U zal worden verwelkomt door de voorzitter.

-        verwelkomd, het is een voltooid deelwoord dat je schrijft met een d – de m staat niet in het taxikofschip. Of nog makkelijker: de luistermethode verwelkomDe, je hoort een d, dus schrijf je een d.

13.  Waarom worden hun niet gevraagd om mee te doen?

-        Waarom worden zij niet gevraagd. Zij is het onderwerp in de zin, het onderwerp kan nooit hun zijn.

14.  14. 500 Mensen hebben een kaartje voor dat evenement gekocht.

 - 500 mensen, mensen schrijf je zonder hoofdletter. Wanneer een zin begint met een getal of een symbool gebruik je geen hoofdletter meer bij het eerste woord.